HOUTSKOOL

Geschiedenis

Houtskool is één van de oudste tekenmaterialen. Reeds in de oertijd gebruikte men houtskool om mee op de rotswanden te tekenen. Houtskool is letterlijk verkoold hout. Dus vanaf het moment dat mensen vuur gebruikten, was er ook houtskool. Houtskool was voor schilders uit het verleden (bv. Renaissance) een dankbaar materiaal omdat correcties makkelijk konden worden aangebracht met een eendenwiek. Als ze tevreden waren met de schets, werd er met een zilverstift of pen en inkt overheen getekend. Vervolgens werd de houtskooltekening weggeveegd met de wiek.

Meestal gebruikt men wilgentenen, wijnranken, eik of heide om houtskool van te maken. Deze twijgen worden luchtdicht verpakt en vervolgens bij heel hoge temperatuur verkoold. Vroeger had men enorm veel hout (5 tot 8 kuub) nodig om een vat houtskool te kunnen maken.

Tegenwoordig wordt houtskool gemaakt van speciaal aangeplante wilgen. Om de twee jaar kan er geoogst worden. De twijgen worden gedroogd, vervolgens gekookt en daarna wordt de bast ervan gestroopt. De twijgen moeten opnieuw gedroogd worden en daarna gebundeld en gekapt op standaardlengte. Dan worden ze gestapeld in ijzeren stookkisten. De kisten worden verder aangevuld met zand om alle luchtgaatjes op te vullen zodat er bij het branden geen zuurstof bij het hout kan. Na de hete oven moet de houtskool nog 24u afkoelen. Als dit niet gebeurt, kan de houtskool spontaan ontbranden. 


Eigenschappen

  • Makkelijke techniek om aan te leren, laagdrempelig voor beginners.
  • Poreus en broos materiaal. Houtskool breekt snel door de vele gaatjes in de twijgjes. Je kan dan ook beter ineens met een kleiner stukje werken. Een lang stuk zal makkelijk breken tijdens het tekenen en op die manier een deel van je werk verpesten.
  • Bestaat in verschillende hardheden en 'kleuren'. Alle mogelijke tinten van zwart, zwartgrijs en zwartbruin zijn mogelijk.
  • De kwaliteit moet goed zijn. Het staafje mag niet krassen of afbrokkelen. De kern van het staafje moet mee doorbrand zijn.
  • Te koop in staafjes van verschillende diktes of in potloodvorm. Al zijn houtskoolpotloden meestal niet gemaakt van houtskool maar van lampzwart: een heel stabiel kleurpigment dat verkregen wordt door roetvorming.
  • Je wordt snel vuil van houtskool maar de vlekken op je kleding kan je er weer uitwassen.
  • Houtskool is stoffig en moet gefixeerd worden met fixeermiddel of haarlak (geeft na een tijd vaak een gelige schijn op je papier).
  • Houtskool veegt snel, je mag je hand niet op je blad laten rusten. Je kan eventueel een blad onder je hand leggen als je steun nodig hebt. Je moet wel opletten als je het blad verlegd, probeer geen vegen te maken.
  • Wanneer je lang op eenzelfde plaats werkt op je tekenblad neemt deze plaats geen houtskool meer op. Je moet dit eerst fixeren alvorens je hierop kan verder werken.
  • Sterk licht-donkercontrast.
  • Je kan relatief snel werken met houtskool.
  • Houtskool leent zich om groot, spontaan en fors mee te werken. Op klein formaat is het moeilijk om gedetailleerd te werken.
  • Je kan best op een korrelige papiersoort werken. Op glad papier hecht houtskool moeilijk.

Materiaal

Meer uitleg over het materiaal in onderstaande video.


Technieken

  • Tekenen met de punt.

  • Tekenen met een plat stukje houtskool.

  • Arceren in verschillende richtingen.

  • Doezelen met de vingers, met een doezelaar, een tortillon, een zakdoekje, ...

  • Aangebracht kan je de houtskool bewerken en wegnemen. Dit kan met een papieren zakdoek of een stuk stof. Met een kneedgom kan je negatief tekenen: witte lijnen trekken in een grijs vlak, of systematisch vlakken afzwakken.

  • Kneedgom gebruiken om houtskool weg te nemen. Opgelet: niet te veel gommen! Het papier geraakt verzadigd door het gommen waardoor je vlekken krijgt.




2020- 2021 Kleurenleer
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin