KLEURPOTLOOD

Geschiedenis

Kort voor de Eerste Wereldoorlog was tekenen met gekleurd waskrijt een Amerikaanse uitvinding uit 1902. Het Duitse bedrijf Faber besloot om een nieuw product te ontwikkelen naar het voorbeeld van markeerpotloden: een reeks van kleurpotloden in zestig kleuren, speciaal voor het tekenonderwijs.

Na de oorlog, toen de Duitse economie zich hersteld had van de hyperinflatie, werd rond 1924 de productie hervat. Wat later dat jaar begon in Zwitserland het bedrijf Caran d'Ache ook met de productie van kleurpotloden, in 1925 gevolgd door het Duitse Schwan Stabilo.

Het gebruik van kleurpotloden werd in Europa daarna al snel een rage en is tot op heden een populair tekenmateriaal. In Amerika daarentegen heeft het waskrijt altijd zijn voorsprong behouden en wordt het er veel meer gebruikt. In Europa werd het product van begin af aan gepromoot als een middel tot disciplinering en ontwikkeling van de motoriek bij het vroege schoolonderwijs: het bekende "netjes binnen de lijntjes kleuren" waarvoor speciale kleurboeken werden ontwikkeld.

De sociale distinctie kwam tot uitdrukking in de aankoop van dit tekenmateriaal: het bezit van de duurste Caran d'Ache dozen was een statussymbool.

De fabricage van kleurpotloden gebeurt op dezelfde manier als die van grafietpotloden. Alleen worden de stiften, niet gebakken zoals de minnen van het grafietpotlood. De kleurpigmenten van kleurpotloden zijn niet bestand tegen die hitte. De kern van een kleurpotlood bestaat uit: pigment, vulstof (krijt, talk of kaolien) en een bindmiddel (meestal cellulosegom). Rondom de stift wordt een omhulsel van was gelegd en nadien brengt men een houten omhulsel aan. Het hout beschermd de stift en zorgt dat de handen proper blijven.

Er gelden echter strenge regels voor de productie van potloden. Omdat kinderen op potloden zouden kunnen sabbelen of kauwen, mogen geen zware metalen gebruikt worden in de kleurpigmenten. Hierdoor zijn bepaalde kleuren vaak onzuiver van kleur. Gelukkig kunnen er dankzij synthetische kleurpigmenten en pigmentconcentratie (= minder vulstof en meer pigment), steeds betere en lichtechte kleuren gemaakt worden. Vaak worden in goedkope kleurpotloden nog steeds veel vulmiddelen gebruikt om de prijs te drukken, waardoor de kleuren vaak flets zijn.

Sinds 1931 bracht Caran d'Ache een variant van het kleurpotlood op de markt: het aquarelpotlood. Bij gewone kleurpotloden kan men het pigment 'loswassen' met terpentijn om bepaalde effecten te verkrijgen. Met deze nieuwe potloden kan men de pigmenten simpel 'wassen' met water. 


Eigenschappen

  • Eenvoudig aan te scherpen met puntenslijper of mes.
  • Kindvriendelijk.
  • Makkelijk om mee te nemen en te gebruiken op verplaatsing.
  • Werken met potlood vraagt veel geduld en discipline.
  • Kleurpotlood kan worden uitgegomd maar laat altijd resten achter, het kleurpigment is zelden helemaal weg.
  • Het is moeilijk om (opnieuw) kleurpigment aan te brengen op plekken gegomd is. 
  • Als je lagen zo verzadigd zijn dat ze blinken, kan je er vrijwel geen andere laag meer overzetten. 
  • Potloden die gevallen zijn, hebben vaak een gebroken stift en kan je nog moeilijk aanscherpen. De punt zal steeds afbreken.
  • Goedkope kleurpotloden zijn niet zo levendig van kleur: ze bevatten meer vulmiddel en zijn vaak harder. Vaak geldt: hoe duurder, hoe beter de kwaliteit van de kleurpigmenten en hoe minder vulmiddel in de stift.
  • Verschillende uitvoeringen: het gewone houten potlood, aquarelpotloden, vulpotloden. 



Technieken

Het kleurpotlood kan worden gebruikt voor een lijntekening op papier. Door de grote hardheid en weinig verzadigde kleuren is het bedekken van een grote oppervlakte aan papier een uiterst tijdrovende opgave. Hoe kleurrijk je tekening wordt, is grotendeels afhankelijk van de kwaliteit van je materiaal.

  • Alle technieken van grafietpotlood zijn ook mogelijk voor het kleurpotlood.
  • Van zacht naar hard door meer druk te zetten op je potlood en laagje voor laagje op te bouwen totdat je blad verzadigd is.
  • Arceren in 1, 2, 3 of 4 richtingen.
  • Arceren in 1, 2, 3 of 4 richtingen met verschillende kleuren om ze optisch te vermengen.
  • Doezelen: kleuren uitwrijven met een doekje, een doezelaar, wattenstaafje, tortillon, vinger... om de witte gaatjes op te vullen.
  • Pigment met een mesje afschrapen van de punt en het pigment uitwrijven met een doekje een doezelaar, wattenstaafje, tortillon, vinger...
  • Wassen met terpentijn (gewone kleurpotloden) of met water (aquarelpotloden).
  • Glad papier vs. gekorreld papier.
  • Gebruik palette Caran d'Ache maar dit is meer een echte aquareltechniek.
2020- 2021 Kleurenleer
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin